St. Adriaans kerk ca. 1572?

Afbeelding  551_35741

Collectie
Dordracum Illustratum
Inventarisnummer
551_35741
Oude nummer
1420
Beschrijving
St. Adriaans kerk ca. 1572?
Gebouw / instelling
Sint Adriaanskerk
Geografie
Dordrecht
Straat
Prinsenstraat
Auteur
Schoemaker, E.H.
Beeldtype
tekening in Oost-Indische inkt
Annotatie
hxb: 22,5 x 17,5 cm. Naar een tek. in O.-I. inkt in een exempl. van Balen, in de Univers. Biblioth. te Amst., vroeger in de boekerij van Jan Schouten alhier, welke tekening op haar beurt de kopie van een oudere afbeelding is. De St. Adriaans kerk stond aan de Prinsenstraat O.zijde en is in 1572 door de Watergeuzen verwoest. Zij kwam aan de achterzijde uit aan de Suikerstraat, waar het perceel no. 7, een pakhuis, de naam van: "De Adriaanskerk" droeg.
Trefwoorden
kerken
toon op grote kaart
Goed om te weten: de plek kan afwijken van de werkelijke locatie (hij wordt automatisch gegenereerd).

11 reacties Commentaar van bezoekers

J. de Korte 3 jaar geleden
Goedemorgen Ton, bedankt voor je uitgebreide aanvulling. Interessant om te lezen.
meld misbruik
Ton Waalboer 3 jaar geleden
J. L. van Dalen schreef er het volgende over in de Dordrechtsche Courant van 18-5-1890:
=================================================================== Dordtsche Schetsen =================================================================== LXXVIII. =================================================================== De St. Adriaanskerk. =================================================================== De gegevens over de geschiedenis dezer kerk zijn zóó poover, dat we ze slechts om der volledigheidswille een plaats inruimen. Men zou bijna geneigd zijn, haar voor fabelachtig te houden, ware het niet, dat er enkele onomstootelijke bewijzen zijn, die haar bestaan bevestigen. De St. Adriaanskerk stond, eigenlijk gezegd, buiten de stad, in het deel, dat thans den naam van Prinsenstraat, Slikveld, enz. voert, en voorheen, minder fraai, Varkensoord heette. Het was eene buurt, die voor de overstrooming in 1421 vrij wat grooter zal geweest zijn dan daarna. Reeds in 1309 was er een Ziekenhuis voor Melaatschen 1), in 1317 werd er eene kapel, die van den Dorrenboom, gesticht; en, hoewel de kapel van St. Adriaan eerst in 1365 in de nu verloren gegane Thes. rekeningen —— door Balen nog gebruikt —— voorkomt, is het zeer waarschijnlijk, dat deze kapel minstens even oud is als de eerstgenoemde, daar in 1303 reeds Terminarii uit Utrecht hier kwamen prediken. De beide kapellen met het Lazarus-huis bleven in den vloed van 1421 gespaard. In het midden der vijftiende eeuw werd de St. Adriaans-kapel tot een parochiale kerk verheven, gelijk blijkt uit een brief van het kapittel van St. Jan te Utrecht van 24 Januari 1452 5). Tevens werd daarbij de nieuwe parochie met eenige renten en inkomsten begiftigd, o. a. van den vijver bij in het volgende jaar verkreeg zij naar luid van een getuigenisbrief 3) Van Broeder Thomas de Scerpenzee, Gardiaan van de Orde der Minderbroeders te Utrecht, een stuk der overblijfselen van den arm van St. Adriaan, den beschermheilige der kerk. Deze brief luidt volgens Balen : Pateat universis evidenter quod ego Frater. Thomas de Scherpenzee, Ordinis minorum domus Trajectensis quod hec Pecia Sacrarum Reliquiarum Sumpta est de Brachio Sancto Nobilissimi et Sanctissimi Viri et Martyris Sancti Adriani. In testimonium horum segillum officii Gardianatus presentibus pro munimine duxe appendentum. Scriptum Trajecti Anno Domini mille quadringentesimo quinqua gesimo tertio Infesto inventionis Sancte Crucis, d.i. : Ik, broeder Thomas van Scherpenzee, Minderbroeder te Utrecht, maak algemeen bekend, dat dit stuk heilig overblijfsel afkomstig is van den heiligen arm des edelsten en heiligsten mans en martelaars den Heiligen Adrianus. Tot getuigenis bezegeld met het dienstzegel des tegenwoordigen Gardiaans, ter bevestiging hier uithangend. Geschreven te Utrecht in jaar 1453 op den dag der H. Kruisvinding. =================================================================== De Katholieke kerk viert de nagedachtenis van vier heiligen, met den naam Adriaan. =================================================================== 1e. Een officier in het leger van Galerius, die tegen de Christenen streed; hij werd bekeer door het zien van den geloofsmoed zijnen slachtoffers en onderging zelf den vreeselijksten marteldood te Nicodemië in 306; =================================================================== 2e. Een martelaar, die in 309 te Cesarea in Palestina den dood vond; =================================================================== 3e. Een evangelieprediker op last van paus Vitalianus naar Groot-Brittannië gezonden, en aldaar in 720 gestorven; =================================================================== 4e. Een bisschop van St. Andreas in Schotland, die in 874 den marteldood onderging. =================================================================== Het is de eerste dezer vier, aan wien de kerk toegewijd werd, zooals onze Balen verzekert, die den marteldood der heiligen vrij uitvoerig beschrijft, (blz. 116). Dat hij geen verkeerden aanwees, bewijst de naam van het in de kerk bestaan hebbende Adriaans- en Nataliae-gilde; Natalia toch was de vrouw van den eersten St. Adriaan. =================================================================== Het voorkomen der kerk, zoo in- als uitwendig, is ons onbekend. Balen deelt slechts mede, dat zij een altaar bezat, aan haren heilige toegewijd, een doopvont en een orgel of positief, maar hij maakt geen melding van toren, klok of kapellen, die dus waarschijnlijk niet aanwezig geweest zijn. Ter nagedachtenis van St. Adriaan en zijne vrouw Natalia waren ten harent een broeder- en een zusterschap opgericht (reeds vóór 1423) bekend onder den naam van St. Adriaans- en Natalie-Gilde. De voornaamste ingezetenen waren van deze kerkelijke instelling lid, maar men vindt niet vermeld, wat zij zich ten doel stelde. =================================================================== Hoewel na 1452 een afzonderlijke parochie, wordt toch geen gewag gemaakt van vaste pastoors of kapelaans, die dezen kerk bedienden. Balen zegt, dat het kapittel te Utrecht zijn Dominicaner-Terminarii zond als kapelaans, zoodat men daaruit zou kunnen opmaken, dat de dienst en slechts van tijd tot tijd gehouden werd. Bij de kerk behoorde eene school, evenals bij de beide Parochiën, waar alleen de andere buurtbewoners hunne kinderen heenzonden. Rondom lag een kerkhof, waarvan in 1849 bij het afbreken en uitgraven van een huis nog overblijfselen gevonden werden, bestaande in een groote massa beenderen 4). In 1528 brandde bijna geheel de voorstad Varkensoord af, maar werd kort daarna, behalve aan de zijde van de stad, welke „door de orde der overheid” onbetimmerd moest gelaten worden, weer opgebouwd. Thans uit de asch herrezen, weten we nog niet, hoe de kerk was, want in October 1572 vernielden de Watergeuzen haar opnieuw en sinds dien tijd behoorde zij tot het verleden. In 1574 werd Varkensoord binnen de stad getrokken: de vesten werden uitgezet, een deel der stadsgracht een andere richting gegeven en later (1578) een nieuwe poort gesticht. De ringdijk werd ter plaatse‚ waar de kerk had gestaan 5), doorgestoken en de stadsgracht daar doorheen naar de rivier geleid. Op de plaats der doorgraving legde men eene brug (de Sluisbrug), brak eenige huizen tegenover het Leprozenhuis af en bouwde aan het Noorden en Zuiden van het nieuwe gedeelte bolwerken ter beschutting der stad. In 1617 werd een deel der oude gracht gedempt, een stuk muurs geslecht en de verkregen ruimte van lieverleden zoo met burgerwoningen als fraaie huizingen bebouwd, thans de Prinsenstraat vormend. De kapel van den Dorrenboom was oudtijds vermaard, om de wonderdadige genezing van Luyden met Koortsen beladen, welke Luyden ter gedachtenis hunne kousebanden in de kapel ophingen. In 1572 waren er nog vele daarvan te zien, zegt Balen. De kapel is verdwenen, de erven met de erfpachten werden in 1629 door de stad gekocht 6), en nog in onzen tijd staat er een pand, dat aan de voormalige kerkelijke instellingen herinnert. =================================================================== JAN VAN DE MAAS. (Pseudoniem van de gemeente-archivaris van Dordrecht J.L. van Dalen) =================================================================== 1) Zie Balen bl. 175. In 1579 werd liet gesticht verplaatst naar de Vriesestraat. =================================================================== 2) Kerkel. Oudh. van het bisdom Utrecht III bl. 564. =================================================================== 3) Balen deelt een deel van den Latijnschen brief mede bl. 115. =================================================================== 4) Zie Dordr. Ct. van 6 Sept. 1849, een art. van den Oudheidkundige Jan Smits Jzn. =================================================================== 5) Balen wijst de plaats ook aldus aan: niet verre van het Huijs van den Heer Arend Zon- en Maans. =================================================================== 6) Zie Invent. van het Arch. derde ged. bl. 174 onder b. =================================================================== De Dordrechtsche Courant, 1890-05-18; p. 6
meld misbruik
AvValen 3 jaar geleden
Kan de aanwezigheid van de botten in die omgeving ook te maken hebben met het Leprozenhuis dat daar ook ergens stond?
Wat het kaartmateriaal van Van Deventer betreft, van Dordrecht bestaan zeker twee versies die ook onderling soms ook weer verschillen. Op een van de twee is de ligging van de kerk die Jeroen aangaf duidelijk weergegeven, die andere suggereert (minder duidelijk) andersom. Ik denk dat we op een Tweede Saneringsplan voor de Binnenstad moeten wachten voor we meer kunnen zeggen over de Sint-Adriaanskerk. Ik hoop overigens dat het niet zo ver komt.
meld misbruik
Jeroen 3 jaar geleden
Ja, zeker een mooi artikel met veel (oude) bronverwijzingen.
Maar.. met zijn eindopmerking ben ik het dus niet helemaal eens (altijd lastig wanneer je een auteur respecteert; laat dat duidelijk zijn), omdat daarmee de Adriaanskerk simpelweg binnen de stadsmuur danwel in de gracht komt te staan... dat kan mijns inziens bijna niet anders als we de kerk in de Suikerstraat moeten zoeken. Uiteraard blijft de vondst van botmateriaal (en enkele houten zuilen) in het pand Suikerstraat 15-17 intrigerend.. wellicht heeft hier in een jongere fase een of andere kapel of kerk (van een onbekende geloofsgemeenschap?) gestaan. In beide gevallen (de Suikerstraat en de Prinsenstraat) is het botmateriaal overigens niet archeologisch opgegraven, waardoor er tevens helaas geen zekerheid bestaat over het feit dat deze als verstoord materiaal danwel zogenaamd gearticuleerd materiaal zijn aangetroffen (was het verrommeld botmateriaal of lagen ze nog zoals ze begraven waren?).
meld misbruik
J. de Korte 3 jaar geleden
Hoi Jeroen, waarschijnlijk ben je ook bekend met het mooie artikel van dhr. Herman van Duinen in Dordrecht Monumenteel, Cult. Hist. Magazine. nr. 73. Dit artikel belicht de Adriaanskerk en omgeving.
meld misbruik
Jeroen 3 jaar geleden
Er is in de loop der jaren veel gezegd over de locatie, maar helaas zijn daarin ook veel (en vaak herhaalde) onnauwkeurigheden geslopen.
Hierbij mijn "plasje" over de zaak: -Verwarring 1: Van Deventer geeft op zijn gehele kaart in rood de BOUWBLOKKEN weer, NIET de straten. Zo ook bij de omgeving Prinsenstraat, waar op dat moment dus nog enkel bebouwing aan de westzijde van de straat (dijkje) stond. In die tijd (rond 1545) was de oude stadsverdediging nog volop in gebruik, en zou het ook onlogisch zijn om huizen aan de oostzijde te bouwen, welke immers grotendeels in gebruik was als stadsgracht; het zou het zicht vanuit en daarmee de effectiviteit van de stadsmuur danig verkleinen. Bij van Deventer zien we dus van boven naar beneden: een onduidelijke blauwe vlek zonder tekst, vervolgens de St. Adriaenskerk aan de westzijde (de enige zijde) van de straat, en vervolgens het Leprozenhuis dat mogelijk als losstaand gebouwen(complex?) aan de oostzijde van de Prinsenstraat stond. Een vergelijking van de (vrij nauwkeurige) kaart van Van Deventer met de kadastrale kaart uit 1832, plaatst de Adriaanskerk grofweg op de hoek met de Kleine Kalkstraat, rond Prinsenstraat 75. - Verwarring 2: het artikel uit De Dordtenaar van 6 sept 1849 geeft GEEN huisnummer, doch vermeld slecht dat de schedels etc. werden aangetroffen onder de werkplaats van een "blok- en pompmaker" in de Prinsenstraat. Welnu; het adresboek uit 1854 geeft welgeteld één blokmaker (dhr. Bouman) in de straat weer, welke op dat moment in het (huidige nummer) pand 45-47 woont, op de zuidhoek van de Grote Kalkstraat. Op zich geen verwarring: kerk op de zuidzijde van het bouwblok en kerkhof strekkend tot aan de noordzijde van het bouwblok (bouwblok tussen Prinsenstraat en Kalkhaven en tussen Grote en Kleine Kalkstraat). -Verwarring 3: meerdere panden aan de Suikerstraat (ook 15 en 17, welke kennelijk ooit de bijnaam "De Kerk" hebben gehad) werden in het verleden met de Adriaanskerk in verband gebracht. Dit zou de kerk onherroepelijk BINNEN de stadsmuren van Dordrecht hebben gebracht, en KAN dus niet kloppen. Het merkwaardige, kromme bouwblok tussen Prinsenstraat en Suikerstraat toont nog steeds (maar zeker in 1832) een opvallende 'naad' in de bebouwing, welke de grens van de voormalige stadsmuur aangeeft. Elk pand aan de huidige oostzijde van de Prinsenstraat zou dus in de 16e eeuw simpelweg in de stadsgracht (!) hebben gestaan, en daar hoeven we dus ook niet de Adriaanskerk te zoeken. Wat de panden aan de Suikerstraat (bijv. 15/17) dan wel zijn, blijft natuurlijk interessant... maar geen Adriaanskerk. Dat is simpelweg onmogelijk. Ook de locatie van de Leprozen is volledig onbekend, hoewel deze deels zou kunnen zijn vergraven door de verlenging van de Spuihaven naar de Oude Maas aan het einde van de 16e eeuw.
meld misbruik
AvValen 3 jaar geleden
De exacte plek van de St. Adriaanskerk, het blijft een boeiende en onduidelijke kwestie. Op de kaart van Van Deventer wordt hij vrij duidelijk aangegeven aan de landzijde van de huidige Prinsenstraat, net als het Leprozenhuis dat aan de overkant, de rivierzijde van de straat is weergegeven. Op de vogelvlucht van Anthonis van den Wijngaerde (globaal uit dezelfde tijd) zijn die twee ook goed te zien maar van plaats gewisseld...
Uitgaande van Van Deventer zou de kerk ergens in de buurt van de hoek met het Slikveld gestaan moeten hebben (of aan de overkant...)
meld misbruik
J. de Korte 4 jaar geleden
Ha Ton, leuk om dit artikel te lezen. De Watergeuzen hebben in 1572 ook hier flink huis gehouden en het kerkje bepaald niet ontzien anders had het er mogelijk nog gestaan. Bedankt voor deze aanvulling. :)
meld misbruik
Ton Waalboer 4 jaar geleden
Johan, lees het artikel van ene Smits uit een krant van 1849 via de volgende download link:
https://preserve2.archieven.nl/mi-46/fonc-rad/DC/DC_1849/DC_1849-09-06/DC_1849-09-06_002.jpg?format=download&key=4A8AA389C4A8DC08682F6FF63B8B1AD3&filename=DC_1849%5CDC_1849-09-06%5CDC_1849-09-06_002.jpg&miadt=46&miahd=650272021&mivast=46&rdt=20150911
meld misbruik
J. de Korte 4 jaar geleden
Toevoeging:
Op de kaart van Jac. van Deventer uit 1545 staat het kerkje aangegeven. Op deze kaart is nog Prinsenstraat te zien, zoals wij die kennen. Dus het is maar de vraag of er werkelijk sprake is van een tegenstrijdigheid. Voorts wordt er in een akte van 15 mrt. 1566 melding gemaakt van de kerk van de Leprozen, waarmee de St. Adriaanskerk is bedoeld. (ORA Dordrecht inv. 705, akte 237.
meld misbruik
J. de Korte 4 jaar geleden
C.J.P.Lips geeft bij deze tekening dat de afbeelding van voor 1572 is. In het boek 'wandelingen door Oud- Dordt'schrijft Lips dat de kerk van voor 1400 dateert. In 1450 had zij een eigen pastoor, enz. De plechtige inwijding kon door tegenwerking van de Grote Kerk echter pas plaatsvinden in 1454. De kerk was gewijd aan St Adriaen en aan Nathalie, zijn huisvrouw.
Een van de bijzonderheden van deze kerk was dat alle molenaars in en buiten Dordrecht aan de st Adraenskerk 10 stuivers moesten betalen voor het houden van een mis, omdat zij op zondag en heilige dagen met karren reden, wat door de kerkelijke overheid destijds was verboden. De kerk had het karakter van een kapel. Na 1528 was er een ruim kerkhof. Het gebouw werd afgebroken in 1572. In 1849 vond men bij de bouw van het huis Prinsenstraat 21 een grote hoeveelheid menselijke beenderen, evenals in 1894 bij de bouw van no. 25. Deze huizen staan dus kennelijk op St Adriaenskerkhof. De eigenaardigheid doet zich echter voor dat Prinsenstraat 21 en 25 aan de achterzijde grenzen aan percelen aan de Bomkade. Het Kerkhof was dus aan de Westzijde van de Prinsenstraat. In de annotatie staat vermeld dat de kerk stond aan de Oostzijde van de Prinsenstraat stond en aan de achterzijde grensde aan de Suikerstraat 7. Dit lijkt enigszins tegenstrijdig. Het kerkhof aan de ene zijde van de Prinsenstraat en de kerk aan de overzijde van de straat. Wat zou de juiste locatie geweest kunnen zijn van deze St Adriaenskerk met zijn kerkhof?
meld misbruik
Laat ons weten wie of wat er op deze foto staat.

Je beschrijving wordt direct op de site getoond.

captcha
Neem het woord (6 letters) uit het plaatje over in het invulveld. Onleesbaar? Klik op het plaatje.

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.