(geen beschrijving)
Afbeelding 552_700488
- Collectie
- Gemeentelijke Prentverzameling
- Inventarisnummer
- 552_700488
toon op grote kaart
Goed om te weten: de plek kan afwijken van de werkelijke locatie (hij wordt automatisch gegenereerd).
8 reacties Commentaar van bezoekers
Wél denk ik dat deze foto ongeveer van hetzelfde moment is, maar dan op de ijsbaan aan Papendrechtse zijde welke zich ongeveer op dezelfde hoogte bevond als die op 552_700511. Helaas zijn er geen herkenningspunten op de foto aanwezig. =================================================================== De Dordrechtsche Courant, 21 feb. 1929, pag. 5: =================================================================== Behalve op de Spuihaven vierde, daar het weer zoo schoon was, de ijssport ook nog op andere plaatsen hoogtij. Dit geschiedde op de banen en op de rivier. Op het ijsbaantje voor Papendrecht was het onmenschelijk druk, zoo druk, dat niet behoorlijk geschaatst kon worden en men zich eerder op een druk dansperk waande, waartoe de muziek van 2 geïmproviseerde jazz-bands zeker ‘t bare bijdroeg. Wil men zien en gezien worden, ga dan naar de baan op de rivier, wil men genieten van heerlijke ijssport, trek dan naar den Graafstroom, waar het ijs buitengewoon goed is, of naar de banen, waar het niet zoo bar druk is. De baan voor Zwijndrecht schiet flink op. Gistermiddag was men al met het opspuiten van water bezig, zoodat vandaag de opening van het baantje wel zal plaats vinden. Jammer genoeg is de baan niet groot, slechts 100 M. lang en plus minus 40 M. breed. Men is echter van plan de banen tot de spoorbrug door te trekken, zoodat dan pas behoorlijk ruimte, om de vele liefhebbers, die natuurlijk van Dordt en Zwijndrecht komen opdagen, te bergen, verkregen zal zijn.
=================================================================== Uit de Dordrechtsche Courant van 11 december 1933: =================================================================== Dordt op het ijs =================================================================== De stad uitgestorven =================================================================== De beeldspraak lijkt zonderling, maar zij is waar. De vorst toch heeft kans gezien de spreekwoordelijke stijfheid der Dordtenaren te ontdooien en de bewoners der in den lande om zijn stijfheid bekende Merwestad gisteren in fleurige kleurige costumes van allerlei samenstelling en formatie op het ijs te brengen. De stad was gewoonweg uitgestorven, slechts de verstokte voetbalenthousiastelingen die meneer Hollander van de Avro beslist wilden hooren waren thuis gebleven. De rest van Dordt zat op ’t ijs. Zij bevolkte de twee ijsbanen, waar het zeer druk was. Geen wonder, want het ijs is er goed en de entourage gezellig. Zij bevolkte verder de slootjes van de polders rondom de stad en vooral de stroompjes, die naar den breeden boezem, in de wandeling „De Koekebakker” genaamd, voeren. Daar — op de Koekebakker —— was ’t bijzonder plezierig. Het leek wel, of alle Dordtenaren, die geen lid van de ijsclub zijn, daar elkaar rendez-vous gegeven hadden. Immers op de prachtige vaart krioelden de schaatsenrijders en rijdsters door elkaar, werd gedemonstreerd dat in Dordt het schoonrijden in hooge eere staat en dat jong Dordt ’n meesterschap in het hardrijden tracht te bereiken. Zeker zal de drukte op de in Dubbeldam gelegen Koekebakker te wijten zijn aan het feit, dat de gemeentelijke ijsbaan aan de Staart nog steeds niet in orde is, omdat de stand van het water nog steeds te laag is om den polder te doen onderloopen. Tegen alle verwachting in zijn van uit Dordt niet veel tochten gemaakt. Vermoedelijk komt dat, omdat men vreesde, dat de rivier, die vol ijs was, zich zou gaan vast zetten, zoodat de veren niet zouden functioneeren. Toch hebben nog honderden Dordtenaren in Papendrecht de schaatsen ondergebonden om naar Oud-Alblas te rijden en vandaar over den Graafstroom en de andere breede boezems naar Alblasserdam, Streefkerk en de overige typische oude dorpjes in den Alblasserwaard te schaatsen. De honderden zullen er geen spijt van hebben. Het ijs in den Waard toch is prachtig. Neem dan nog in aanmerking, dat het landschap met zijn vele watermolens, die als soldaten in het gelid staan, wonderlijk mooi is. Genoten is er derhalve in den Alblasserwaard, die vlak en ver lag onder ’n majesteitelijk blauwen hemel. Ook de oude rivier tusschen H. I. Ambacht en Heerjansdam heeft nog Dordtsch bezoek ontvangen. Echter niet veel. Maar al zijn er dan van uit Dordt niet veel tochten gemaakt, Dordt stond toch op de schaats. Vandaag is de lucht grauw en slaan de stralen uit, wat volgens kenners moet beteekenen dat dooi op komst is. We gaan met die kenners accoord, temeer omdat de wind in den regenhoek zit en de kwikzuil om ’t nulpunt schommelt. Dus vandaag voor ’t laatst in dit jaar rijden. Misschien! Maar al is ‘t zoo, we kunnen toch bar tevree zijn. Immers eenige prachtige dagen hebben we achter den nu vermoeiden rug. Vandaag nog is er gelegenheid te over om de beenen behoorlijk uit te slaan. De banen zijn geopend en het ijs is overal in puike conditie. En daar iedere ijssportenthousiast het ergste van het ergste, het doorzetten van den dooi, vreest, lagen van middag de grijsbevroren wateren niet eenzaam onder den triestigen hemel. Bovendien heeft de burgemeester over zijn hart gestreken en alle scholen laten sluiten. De hope Dordrecht kon dus haar hart ophalen. Zelfs de Merwedepolder was nu bezocht, al was dan het ijs niet officieel goedgekeurd.
Ook vaak bezocht door Dordtenaren. Dat boogje was me ook al eerder opgevallen en moest daarbij aan de Vlijbrug denken, maar het kan net zo goed een takje zijn of een vuiltje. De Dubbeldamse ijsclub De Winterkoning had zijn eerste ledenvergadering op 28-4-1933. Er werd een weiland aan de Noordendijk aangewezen als de plek waar de ijsbaan aangelegd moest worden. Voor de kosten van de aanleg werden er meteen al 138 renteloze aandelen a f 2,50 geplaatst en de contributie voor 1933/1934 werd vastgesteld op f 2,00. Maar waar dat eiland nu precies was, weet ik niet. Ik geloof niet dat het een ijsbaan van de Dordrechtsche Sneeuw en IJsclub is, want die hadden al in 1885 een prachtige tent. Ook de Boezemkade zie ik hier niet in, want dan hadden we beslist al iets van bebouwing moeten zien. Dus kom ik voorlopig uit op Dubbeldam wat dan weer gemiddeld 10 jaar verder in de tijd ligt dan de periode die Jeroen aan de hand van de kleding vermoed.
Er werd b.v. tot 1908 op de Windhondpolder geschaatst door de Dordrechtsche Sneeuw en IJsclub. Daarna vertrok men naar de Reeweg Oost en daarna naar de Bankastraat. Rond 1950-1951 weer terug in de windhondpolder. Er waren nog een paar andere clubs. (Boezemkade en Dubbeldam).